Producten
Technische woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Aandraaimoment | Kracht waarmee een element mag worden bevestigd, zodat deze bij inbouw niet mechanisch beschadigd raakt. |
| Aanspreektijd | De tijd van de drukverandering tot de statuswijziging bij de uitgang. |
| Absolute druk | Druk ten opzichte van nuldruk (vacuüm). Het waardenbereik van de absolute druk is altijd positief. |
| Absoluut | Karakteristiek van een magneetgecodeerd meetsysteem waarbij de meetwaarde van de huidige positie meteen na het inschakelen beschikbaar is. Elke positie, bijvoorbeeld een meetafstand, is toegewezen aan een absoluut gecodeerd signaal of aan een analoge waarde. Een referentiepuntbeweging is niet nodig. |
| Achtergrondonderdrukking (HGA) | Proces waarbij een object betrouwbaar van de achtergrond wordt onderscheiden en zo goed kan worden gedetecteerd. Praktisch onafhankelijk van de kleur en het oppervlak van het object. Een reflecterende achtergrond heeft hierop geen invloed. Sensoren met achtergrondonderdrukking bestaan uit een lichtzender en meerdere lichtontvangers. Met het principe van triangulatie kan de positie van het object worden bepaald. Afhankelijk van deze positie kan de schakelafstand worden ingesteld en kan het object betrouwbaar van de achtergrond worden onderscheiden. |
| Actief oppervlak |
Actief metend bereik en dus naar buiten toe gevoelige elektrode/plaat van het elektrodensysteem. Het is gewoonlijk iets kleiner dan het oppervlak van de afdekkap. 
|
| Afstandsring | Mechanisch inzetstuk dat tussen beeldsensor en objectief wordt geschroefd en zo de brandpuntsafstand vormt, en zorgt voor een wijziging van de minimale en maximale werkafstand en het focusgebied. Op deze manier kan met een standaard objectief een sterke vergroting worden verkregen. |
| Afstandssensor met analoge uitgang | Sensor die een continu variërend uitgangssignaal genereert, dat afhankelijk is van de afstand tussen het actieve oppervlak en het dempingselement. |
| Afstandssensor met analoge uitgang | Sensor die een continu variërend uitgangssignaal genereert, dat afhankelijk is van de afstand tussen het actieve oppervlak en het objectpunt. In een bepaald bereik (meetbereik) genereert de sensor een lineair uitgangssignaal. |
| AIDA | AutomatisierungsInitiative Deutscher Automobilisten (Automatiseringsinitiatief van Duitse automobilisten) |
| Alarmuitgang | "Voorziening/functie op de ontvanger die bij functiestoringen een waarschuwingssignaal geeft. Deze kunnen worden veroorzaakt door verontreinigingen of het mechanisch verlopen van de instelling. De alarmuitgang wordt geactiveerd wanneer het ontvangstsignaal gedurende een gedefinieerde tijd binnen het alarmbereik ligt." |
| Analoge sensor | Sensor waarvan het uitgangssignaal als continu variërende analoge waarde wordt weergegeven (bijv. 0...10 V, 4...20 mA). |
| Antenne | Zend- of ontvangsteenheid voor radiogolven. |
| Antivalentie | Schakelfunctie waarbij een sensor bij het schakelen tegelijkertijd twee signalen beschikbaar maakt - de sluit- (NO) en de open-functie (NC). Wanneer een object wordt gedetecteerd, worden beide uitgangen omgeschakeld. |
| Autoclaveerbaar | Thermisch behandelbaar in het overdrukbereik van een gasdicht afsluitbaar drukreservoir. Met als doel de in dit drukreservoir (de zogenaamde autoclaaf) behandelde stoffen te steriliseren of bouwmaterialen uit te harden, banden en riemen te vulkaniseren en vezelcomposieten samen te persen. Geselecteerde gegevensdragers zijn geschikt voor gebruik in autoclaven. |
| Autocollimatie |
Reflectieprincipe waarbij een lichtstraal die op een reflector weerkaatst, parallel aan zichzelf wordt gereflecteerd. Zender en ontvanger gebruiken hiervoor dezelfde optische lens, zodat het zendlicht en de door de reflector gereflecteerde lichtstraal op één optische as liggen. Het voordeel ten opzichte van het principe met dubbele lenzen is dat de sensor geen dood bereik heeft en dat het schakelgedrag onafhankelijk is van de benaderingsrichting. 
|
